Blog

Fundament en gebouw

 

...opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God

1 Korintiërs 2: 5

Gods bouwwerk zijt gij

1 Korintiërs 3: 9c

Weet u nog van dat Londense flatgebouw waar een tijd geleden zo'n afschuwelijke brand woedde? Een heel flatgebouw brandde volledig uit. Er bleef niets van over. Nu had die flat er waarschijnlijk al vele jaren gestaan. Al die tijd stond hij als een machtig blok steen recht overeind. Niemand die had gedacht dat dat gebouw zo snel helemaal in de as gelegd zou kunnen worden. Pas na de brand werd bekend dat er een bouwmateriaal was gebruikt dat heel gemakkelijk brandbaar is. Hadden ze dat maar van tevoren geweten...

Een dergelijk beeld gebruikt Paulus in zijn eerste brief aan de Korintiërs. Het gebouw is het beeld dat hij gebruikt voor de gemeente van God. Zelf heeft hij als een kundig bouwmeester het fundament gelegd. Anderen bouwen daarop voort. Maar er kan met verschillende materialen gebouwd worden: goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi of stro. Er zal een dag komen waarop ieders werk aan het licht zal komen. Dat zal worden uitgemaakt door vuur. Het is net als in Londen vorige maand. Maar er is ook een verschil. Wie met brandbaar materiaal gewerkt heeft, zal wel schade lijden, maar zelf zal hij gered worden als door vuur heen.

Het is een bekend beeld voor de kerk: fundament en gebouw. Maar wat is nou precies de verhouding tussen het fundament en het bouwwerk? Je zou misschien kunnen denken aan het proces van het bouwen van een huis. Eerst wordt het fundament gelegd, zodat vervolgens het huis op dat fundament wordt opgetrokken. Als je dat toepast op de kerk, dan ligt het fundament al voor ons klaar, zodat wij vervolgens op dat fundament de kerk gaan bouwen. Onder het fundament verstaan we dan de Schrift en de belijdenis waarin de Schrift wordt nagesproken. Wij moeten dan, door goed te luisteren naar Schrift en belijdenis en met gebruikmaking van Schrift en belijdenis, bouwen aan een kerkorde, een kerkverband, de ambtelijke zorg, onderling omzien naar elkaar in de gemeente en alles wat er verder nog komt kijken bij de opbouw van de gemeente.

Op deze uitleg is ingrijpende kritiek te leveren, juist vanuit de Schrift. Ik noem een aantal dingen.

In de eerste plaats wordt de opbouw van de kerk in deze uitleg gesplitst in een deel dat Gods werk is (het fundament) en een deel dat ons eigen werk is (het bouwwerk). Maar Paulus zegt nu juist: Gods bouwwerk bent u (1 Kor. 3:9c). En in vers 16 zegt hij: Weet u niet, dat u Gods tempel bent...? Niet alleen het fundament, maar het hele bouwwerk is Gods werk.

Maakt God dan geen gebruik van mensen? Jawel, maar in de uitleg hierboven maakt God geen gebruik van mensen, maar daar wordt God mede afhankelijk van mensen. In die uitleg is de kerk pas af als mensen het bouwwerk hebben afgerond. En om dat te bereiken was het nodig dat mensen hun verstand gebruikten om conclusies te trekken uit Schrift en belijdenis en om dat vervolgens toe te passen op hun eigen situatie.

Dat brengt ons op het tweede bezwaar. In deze uitleg fungeren Schrift en belijdenis vooral als een vindplaats van argumenten, die wij vervolgens op een logische wijze bij elkaar moeten brengen om de kerk verder af te bouwen. Het fundament is dan vooral een werkvloer voor onze kerkbouwactiviteiten. Maar Paulus noemt het fudament heel duidelijk Jezus Christus (1 Kor. 3:11). In de hoofdstukken ervóór had Paulus juist de menselijke logica ontmaskerd als dwaasheid en daartegenover gesteld dat hij niet besloten had iets te weten onder u dan Jezus Christus en die gekruisigd (1 Kor. 2:2).

Er is geen tegenstelling tussen Schrift en belijdenis als fundament en Jezus Christus als fundament. Maar het maakt wel uit hoe je Schrift en belijdenis ziet. Het is namelijk geen werkvloer voor ons eigen denkwerk, maar Gods betrouwbare getuigenis van het werk van Jezus Christus. De Schriften spreken van Christus. Daarom spreken ze van Gods genade voor mensen die van zichzelf niets goeds kunnen doen of bereiken. Dat is de werkelijkheid waar juist de gekruisigde Christus ons onontkoombaar voor stelt. De kerk rust op het offer van Christus, eenmaal gebracht als de enige grond van ons heil.

In 1 Korintiërs 2 vers 5 vinden we een krachtig antwoord op de vraag die ons bezighoudt. Paulus schrijft daar: opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God. Het woord 'rusten' is hier van belang. Dat woord geeft namelijk een belangrijke functie aan van een fundament. Een gebouw rust op het fundament. Als we zo naar het fundament van de kerk kijken, verandert het fundament van een werkvloer voor onze activiteiten in een draagvloer waar de kerk op rust.

Maar niet alleen het fundament, ook het bouwwerk krijgt een andere invulling. Dat zien we aan de woorden 'uw geloof'. Dat wat op het fundament gebouwd wordt, is ons geloof. En daarbij moeten we dan denken aan ons gezamenlijke geloof. Vergelijk dat eens met wat Paulus schrijft in Efeziërs 4 vers 12b-13a: tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben.

Hier sluit ook Judas vers 20-21 naadloos bij aan: Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de heilige Geest, verwachtende de ontferming van onze Here Jezus Christus ten eeuwigen leven. Er is in deze tekst sprake van geloven, bidden en verwachten. Dat zijn de bouwactiviteiten! Allemaal activiteiten die van zichzelf afwijzen en alles verwachten van het werk van God. Dat is het kenmerkende van het geloof. En dus ook van gemeenteopbouw.

Nu begrijpen we ook beter wat het verschil is tussen bouwen met goud, zilver en kostbaar gesteente en bouwen met hout, hooi of stro. Hoe meer menselijke denkkracht en menselijke ijver deel uitmaken van het bouwmateriaal, hoe brandbaarder het is. Een ouderling die op zijn bezoek in de gemeente geconfronteerd wordt met een moeilijke situatie zal eerst bidden om wijsheid van boven en vervolgens zal hij misschien proberen om een oplossing aan te dragen. Dat gebed heeft meer kwaliteit dan de aangedragen oplossing. Een dominee is 's morgens aan het studeren in Gods Woord ter voorbereiding van de preek, maar hij denkt ook na over een aansprekende inleiding en voorbeelden. Al is het allebei onderdeel van zijn opdracht, het eerste heeft meer houdbaarheid dan het tweede. Dat geldt ook voor de activiteit van 's middags als je die vergelijkt met de preekvoorbereiding van 's morgens. 's Middags heeft hij namelijk een vergadering over de inrichting van het kerkverband. In die vergadering wordt nagedacht over het toepassen van verschillende kerkordeartikelen, maar dan maakt iemand de opmerking dat de basis voor al die afspraken gelegen is in de onderlinge geestelijke band tussen de gemeenten en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid. Dat laatste besef is minder brandbaar dan de concrete regel die op basis daarvan bedacht is. Een zuster uit de gemeente is bezig met het organiseren van een gemeenteactiviteit, maar krijgt ondertussen een gesprek met iemand over de verwachting van de komst van Christus. Dat gesprek zal meer vuurbestendig zijn dan de organisatie van die activiteit.

Zo wordt er gebouwd met allerlei materialen. Maar wel op het fundament. Dat geldt zelfs voor het stro. Daarmee is het niet verkeerd om met hout of stro te bouwen. Als er maar wel op het goede fundament gebouwd wordt. Het gaat er niet om dat bouwen met stro minder goed is dan bouwen met goud, maar dat het minder bestendig is. Maar wie helemaal of voor een deel vertrouwt op zijn eigen bouwwerk, gaat beschaamd uitkomen. Want dan komt je eigen redding in gevaar. De ravage in Londen had voorkomen kunnen worden als men oog had gehad voor het brandbare bouwmateriaal. De geestelijke ravage in vanouds gereformeerde kerken had voorkomen kunnen worden als men niet had vertrouwd op het mooie kerkelijke gebouw en alle kerkelijke voorzieningen, maar op het eigen Woord van God. Nu is dat mooie gebouw uitgehold, de brand gaat erin, zodat zelfs dat mooie gebouw instort. Laten wij nu niet opnieuw ons vertrouwen stellen op hout, hooi en zelfs niet op goud en kostbaar gesteente, maar op het vaste fundament van Gods liefde en genade in Jezus Christus door de gemeenschap van de Heilige Geest. Dat geloof geeft rust om te bouwen in gehoorzaamheid aan Gods Woord.

 

LH

© 2024 GK Zwijndrecht e.o.